Nood op Westelijke Jordaanoever neemt met de dag toe
Cordaid CEO Heleen van den Berg is momenteel op de Westelijke Jordaanoever, één van de vele plekken waar mensen het sinds de escalatie van 7 oktober vorig jaar nog zwaarder te verduren hebben dan ze al hadden. Ze sprak er met moeders, boeren en hulpverleners. Wij delen hun verhalen.
“Wie zorgt er voor mijn kinderen als ik omkom”
Een moeder samen met haar dochtertje Ansam (5), in een centrum voor kinderen met een handicap in Al Maroub vluchtelingenkamp:
“Ik woon erg afgelegen, in de bergen. Mijn dochtertje heeft een spraakachterstand en schrijven lukt ook niet goed. Hier in het centrum geven ze haar de hulp die ik niet kan geven. Ze leert hier bovendien spelen met andere kinderen. En ik leer wat ik thuis kan doen om haar vooruit te helpen.”
“Voor kinderen is het leven hier in het kamp ontzettend zwaar. Ze zitten opgesloten. Even een uitje, naar een park of zo, dat kan gewoon niet. Zelfs als ik een keertje iets bijzonders wil kopen om m’n kinderen te verblijden, dat gaat gewoon niet. Het is te gevaarlijk. Ook kinderen worden dood geschoten. Ook voor mij is het te gevaarlijk. Wat als ik omkom? Wie zorgt er dan voor mijn vier kinderen?”
“Sinds oktober vorig jaar is het alleen maar moeilijker geworden. Je ziet het ook aan de kinderen. Er zit zoveel frustratie en boosheid in ze. Ik probeer ze gerust te stellen en te sussen. Maar ik begrijp ze maar al te goed. Ik doe alles om zelf rechtop te blijven staan.”
Blijven zaaien, blijven oogsten
Maj Al Qaisi werkt voor Caritas Jerusalem. Ze coördineert een project dat socio-economische steun verleent aan boeren op de Westelijke Jordaanoever.
“Om hier als olijfboer te overleven moet je sterk in je schoenen staan. Wegen naar hun boomgaarden en landbouwgronden worden door het Israëlische leger geblokkeerd. Toegang tot waterbronnen en tot het elektriciteitsnet krijgen ze niet. En wie z’n land niet bewerkt, dreigt het snel te verliezen.”
“Wij helpen ze om hun land te omheinen, terrassen aan te leggen, watertanks te kopen. Ze leren agro-ecologisch boeren. En wie te maken krijgt met mensenrechtenschendingen, krijgt via ons juridische hulp.”
“Vorig jaar oktober mocht niemand olijven en abrikozen oogsten. Het Israëlische leger verbood het. Het zijn wel de belangrijkste bronnen van inkomsten voor boerenfamilies hier.”
“Toch houden boeren vol en wij steunen ze in hun volharding. 10% van de investering die wij doen in de bedrijven van boeren, moeten ze zelf bijleggen. Sinds de oorlog lukt dat de meesten niet meer. Dus verlagen wij de eigen bijdrage. En waar mogelijk schieten familie en vrienden van de boeren financieel te hulp. Alles om te zorgen dat boeren overeind blijven”
“Dan maar ’s nachts werken”
Daoud Sabieh is olijfboer in Mahrour, op de Westelijke Jordaanoever, vlakbij de scheidingsmuur.
“Omdat het leger ons zo vaak tegenhoudt op weg naar onze olijfgaard, werken we nu vaak laat in de avond en de nacht. Dan zijn er minder soldaten en zijn we ook moeilijker te zien. En zo bedenken we steeds weer wat.”
“Vorig jaar mocht ik van het leger mijn olijven en abrikozen niet oogsten. Er was oorlog, zeiden ze. Toch gaan wij door met zaaien en oogsten.”