Waterscheiding in het ontwikkelingsbeleid is onbarmhartig en onverstandig

Vandaag heeft minister Klever van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp haar beleidsbrief gepresenteerd. Het komt neer op een radicale koerswijziging: een waterscheiding in het Nederlandse beleid.
Waar het vorige kabinet nog een benadering hanteerde van ‘doen waar Nederland goed in is’, kiest het huidige kabinet volledig voor ‘doen wat goed is voor Nederland’. Dat vinden wij onbarmhartig en onverstandig.
Het is onbegrijpelijk dat de minister refereert aan het voorbeeld van de Amerikaanse president, als een nastrevenswaardige wijze van politiek bedrijven. Deze puur op eigenbelang gerichte visie schaadt ook de Nederlandse belangen.
Gedeelde belangen en gelijkwaardige partnerschappen
Nederland zou juist op zoek moeten naar gedeelde belangen met de landen in West-Afrika, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, door middel van gelijkwaardige partnerschappen.
Ons eigen belang vooropstellen en drastisch bezuinigen in de armste landen ter wereld, zal de Nederlandse positie in de wereld uithollen. Het ontwikkelingsbudget, waar dit kabinet sowieso al fors in gaat snijden in de komende jaren, is niet bedoeld ter versterking van de BV Nederland. Het is bedoeld om bij te dragen aan het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties en het bieden van noodhulp in tijden van crisis. Dit is van belang is voor de leefbaarheid van de hele wereld.
Voorwaarden voor een gezond ondernemingsklimaat
Nederlandse bedrijven spelen hierbij een belangrijke rol. Maar waar grote bedrijven zichzelf wereldwijd goed kunnen redden, is het belangrijk om de lokale private sector in lage- en middeninkomenslanden te versterken, met name op het gebied van landbouw en voedselvoorziening. Goed lokaal bestuur en toegang tot goede gezondheidszorg en onderwijs zijn conditioneel. Zonder dit kan er van een gezond ondernemingsklimaat geen sprake zijn.
Ontwikkelingshulp (wij spreken liever van ontwikkelingssamenwerking) mag niet primair een instrument zijn om migratie te bestrijden, zoals Klever beoogt. Wel kan het bijdragen om de voedingsbodem voor migratie weg te nemen, door bijvoorbeeld te investeren in conflictpreventie, het tegengaan van klimaatverandering en het werken aan economische perspectieven.
Het afbouwen van programma’s op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid is eveneens een onbegrijpelijke keuze. Dit is zeer schadelijk in een tijd waarin autocratische regimes en conservatieve krachten de wind in de zeilen hebben en in veel landen vrouwenrechten sterk onder druk staan. Het conservatieve geluid van minister Klever is ongekend voor Nederland, dat internationaal gold als een voorvechter van vrouwenrechten. Wij roepen de Tweede Kamer met klem op dit besluit terug te draaien.
Noodhulpbudget
Het enige positieve is dat het noodhulpbudget buiten schot lijkt te blijven. De Nederlandse geloofwaardigheid als betrouwbare en ruimhartige humanitaire donor komt daarmee niet in het geding. Gelukkig wordt niet het dramatische voorbeeld van de Amerikanen gevolgd die hun ontwikkelingshulp via USAID abrupt afbouwen, met alle schadelijke humanitaire en geopolitieke gevolgen van dien.
Wij hopen van harte dat de Tweede Kamer in het debat over de beleidsbrief stevig tegengas gaat geven. We leven in een wereld waarin omzien naar elkaar belangrijker is dan ooit. Die notie lijkt het kabinet vrijwel volledig te verlaten en dat betreuren wij ten diepste.
Zie ook de reacties van Partos en WO=MEN op de beleidsbrief van minister Klever.