Direct naar de inhoud

Moedige hulpverleners geven explosievenvoorlichting en prothesehulp in Gaza

Met steun van Giro555 geven hulpverleners in Gaza meer dan 40.000 kinderen en volwassenen voorlichting over ontplofbare oorlogsresten. En 140 Gazanen die een lichaamsdeel hebben verloren krijgen een prothese.

grote groep jonge kinderen zit op de grond en houden hun handen in hun nek net als de vrouw die het hen voordoet
Jonge kinderen krijgen voorlichting van Ma’an over de gevaren van niet-ontplofte explosieven en wat je moet doen als er explosies plaatsvinden in de buurt. Foto: DCA

“Dat we hieraan kunnen bijdragen is ontzettend belangrijk”, zegt Laurens den Dulk, noodhulpcoördinator bij Cordaid. “Veel organisaties richten zich op medische noodhulp, water, voedsel, sanitaire voorzieningen. En terecht, ook Cordaid doet dat. Maar voor de duizenden kinderen en volwassenen die een been, arm of hand kwijt zijn is te weinig aandacht. Gaza ligt bezaaid met niet-ontplofte explosieven. In de huidige oorlogsomstandigheden kunnen die helaas niet worden ontruimd. Maar met goede voorlichting daarover kun je wel levens redden. Ook dat gebeurt veel te weinig. Gelukkig zijn er organisaties in Gaza die dat wel doen. Die steunen we.”

Sinds oktober 2023, heeft het Ma’an Development Centre zo’n 40.000 jonge kinderen, tieners en volwassenen mensen in Noord-, Midden en Zuid-Gaza getraind en voorgelicht over de gevaren van niet ontplofte bommen, raketten, granaten en kogels. Het Gazaanse team van tien opgeleide experts, krijgt daarbij hulp van Danish Church Aid.

Explosieven leren herkennen, risico’s leren inschatten

Ahmad Al Natour van Ma’an legt uit: “Voor elke leeftijdsgroep hebben we aparte trainingen. Jonge kinderen lopen door hun nieuwsgierigheid en onwetendheid het meeste gevaar. Bij hen werkt voorlichting goed als je die geeft op een speelse manier. Door samen te tekenen bijvoorbeeld of spelletjes te spelen. Zo leren kinderen alle soorten explosieven herkennen. En dat ze niet alleen op straat, in het puin maar ook op speelplaatsen liggen. We trainen ze om weg te blijven van alles wat er verdacht uitziet, niets aan te raken, en ouders of schuilplekcoördinatoren te waarschuwen.”

vrouw in klaslokaal toont jonge jongens een tekening van een handgranaat
Een medewerker van Ma’an Development Centre geeft kinderen voorlichting over de gevaren van niet-ontplofte explosieven in Khan Younis, Gaza. Foto: DCA

Bij tieners en volwassen spelen weer andere zaken, aldus Ahmad: “Die willen zoeken naar geliefden in het puin van hun verwoeste huizen, of naar bezittingen. Maar dat is levensgevaarlijk. In simulaties leren wij hen wat de risico’s zijn, hoe je verdachte objecten kan herkennen en hoe je moet rapporteren.”

Vooruit plannen is onmogelijk

In Gaza is niemand veilig en iedereen getraumatiseerd. Dat tekent ook de hulp. “Je moet heel voorzichtig zijn in hoe je communiceert”, zegt Al Natour. “Kinderen of ouders kun je niet zomaar foto’s tonen van bommen. Dat is veel te confronterend. We werken met tekeningen of illustraties. Laat staan dat we werken met dummies van explosieven. Dat mag ook helemaal niet.”

Logistiek vooruit plannen, zo belangrijk in de humanitaire hulp, is in Gaza zo goed als onmogelijk. Dagelijks geeft Israël, al dan niet voorafgaand aan bombardementen,  nieuwe militaire evacuatiebevelen af. “Meestal werken we op plekken waar mensen schuilen, zoals scholen of vluchtelingenkampen. Soms, als de veiligheid het toelaat, op straat. Maar tijden en locaties moeten we constant omgooien”, legt Al Natour uit, die zelf onlangs flink door elkaar werd geschud door een bombardement in zijn woonwijk.

kinderen staan in een kring rond een vrouw die ze iets uitlegt; op de achtegrond een rij blauwe tenten
In een vluchtelingenkamp in het noorden van Gaza leert iemand van Ma’an kinderen wat de risico’s zijn van niet-ontplofte oorlogsresten. Foto: DCA

Er is geen plek op de wereld waar explosievenvoorlichting harder nodig is dan in dit kleine stukje Palestina aan de Middellandse Zee. Of waar de risico’s, ook voor hulpverleners, groter zijn. Want de bommenregens op Gaza zijn, naar alle historische maatstaven, ongekend groot.

Astronomische hoeveelheid niet-ontplofte bommen

In de eerste 12 maanden heeft Israel 40.000 locaties gebombardeerd. De Euro-Mediterranean Human Rights Monitor, een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie, schat dat er in de eerste 200 dagen meer dan 70.000 ton aan explosieven is gedropt op Gaza. Gezien de dagelijks aanhoudende bombardementen in het jaar erna, moet dat inmiddels zijn opgelopen tot minstens honderdduizend ton explosieven.

Dat is veel meer dan wat er in de Tweede Wereldoorlog aan bommen werd gedropt op Londen, Hamburg en Dresden samen. En dat op een afgesloten stedelijk gebied ter grootte van anderhalf keer Texel.

70% tot 90% van de civiele infrastructuur, inclusief woonhuizen, ziekenhuizen, scholen, zelfs vluchtelingenkampen, zijn gericht verwoest of zwaar beschadigd. Veel bronnen spreken van 50.000 doden. Maar volgens het gerenommeerde The Lancet overleden in de eerste 12 maanden waarschijnlijk meer dan 70.000 mensen aan traumatisch letsel. Veruit de meesten van hen waren kinderen, vrouwen en ouderen. Ook 408 hulpverleners kwamen om het leven. Het aantal gewonden is een veelvoud. Duizenden overlevenden, waaronder heel veel kinderen, verloren een lichaamsdeel. Geen plek is veilig.

Experts hanteren voor munitie en explosieven een mislukkingspercentage van 10%. Dat betekent dat er in het dichtbevolkte Gaza minstens 10.000 ton aan niet-gesprongen explosieven ligt. Elk uur neemt die hoeveelheid toe.

“Het grote probleem is dat ontruiming en onschadelijk maken van dat materiaal niet wordt toegestaan door het Israëlische leger”, aldus Noe Falk Nielsen, een mijnbestrijdingsexpert van DCA, die tijdens de korte wapenstilstand ook een paar weken in Gaza samenwerkte met Ma’an. “Wat wel kan is ter plekke risicoanalyses van explosievengevaar uitvoeren en voorlichting hierover  geven. En dat doen Ma’an en DCA dan ook.”

Gaza overtreft alles

Omdat gevaarlijk materiaal niet professioneel kan worden ontruimd, zijn voorlichting en veiligheidstrainingen extra belangrijk. “Wat het 12-koppige trainingsteam van Ma’an doet  is ongelooflijk moedig en belangrijk”, onderstreept Nielsen. “In twintig jaar mijnbestrijding heb ik heel wat oorlogsgebieden gezien. Maar de schaal van verwoesting hier in Gaza overtreft alles. Lokale hulpverleners staan dan ook onder gigantische druk. De uitdagingen zijn amper te bevatten. Toch blijven ze presteren.”

De kennis en de praktijkoefeningen die kinderen, tieners en volwassenen in de sessies van Ma’an meekrijgen is geen garantie op overleven. Die komt alleen als de oorlog stopt. Maar de kans op overleven wordt wel groter. Want een gewaarschuwd mens telt voor twee, ook in de meest extreme omstandigheden. Juist daar.

Hulp voor mensen die een lichaamsdeel kwijt zijn

Naast explosievenvoorlichting, steunt Cordaid met Giro555 geld ook prothesehulp voor mensen in Gaza die door explosieven een lichaamsdeel hebben verloren. Vaak zijn dat de onderbenen. Die hulp komt van Caritas Jerusalem, dat ook hulpteams heeft in Gaza, in samenwerking met het Artifical Limbs and Polio Centre (ALPC) in Gaza zelf.

man in witte stofjas aan het werk met gips in een atelier
Een medewerker van het Artificial Limbs and Polio Centre (ALPC) vormt een op maat gemaakte beenprothese. Foto: Caritas Jerusalem

“De vraag naar protheses is heel groot”, zegt Anton Asfar, Secretaris-Generaal van Caritas Jerusalem. “Bijna vijfduizend slachtoffers hebben een deel van hun lichaam verloren, waaronder veel kinderen. Maar omdat de medische infrastructuur zwaar gehavend is en hulp van buitenaf wordt geblokkeerd, wordt die hulp amper geboden. Gelukkig is het ALPC, onze partner, nog steeds operationeel. Zij zijn echt een levenslijn. Momenteel kunnen we, mede met hulp van Giro555, zorgen dat 140 mensen met een amputaties een prothese krijgen ”

Hulp getuigt van onvoorstelbare weerbaarheid

Elke prothese-interventie omvat een eerste consult, pre-prothetische training, het maken van een mal, het passen van de huls, de assemblage van de prothese, training, nazorg en regelmatige controles. Dat deze vakkundige medische hulp van a tot z plaatsvindt in Gaza zelf, terwijl de oorlog in volle gang is, het grootste deel van Gaza al is verwoest en de blokkade alles en iedereen afsnijdt, mag een wonder heten. En wonder van weerbaarheid en medemenselijkheid.

“Onze zorg draait om meer dan protheses”, vervolgt Asfar. “Elke patiënt krijgt van ons ook psychosociale begeleiding en financiële hulp. Dat moet ook. Want mensen bij wie een been of arm is afgezet hebben hun eigenwaarde verloren. We willen ze niet alleen helpen aan een prothese, maar ook dat ze hun waardigheid en zelfstandigheid terugkrijgen.”

jongen met een kunstbeen zit op een trap naast een dame in witte doktersjas
Yamen Fadi Asfour, 13 jaar, verloor zijn linkerbeen in de oorlog. Hier doet hij revalidatieoefeningen met zijn nieuwe kunstbeen, onder toezicht van een medewerker van het Artificial Limbs and Polio Centre in Gaza. Foto: Caritas Jerusalem

Ook Asfar benadrukt de immens moeilijke omstandigheden waarin burgers en hulpverleners in Gaza verkeren: “Sinds 2 maart zijn alle grenzen dicht, ook voor humanitaire hulp. Alle voorraden zijn zo goed als op, brandstof, voedsel, en medische middelen, noem maar op. Levensnoodzakelijke diensten staan op omvallen. Niet één bakkerij is nog operationeel. Twee miljoen mensen riskeren de hongerdood.”

Gedood in een kerk

Asfar kan Gaza niet in. Het contact met zijn teams verloopt online of via de telefoon. “We doen wat we kunnen om ze te steunen en te beschermen. Maar ik voel me machteloos”, verzucht hij. “Onder de vele hulpverleners die al zijn omgekomen zitten ook mensen van ons. Viola was een gezondheidsmedewerker. Tijdens een luchtaanval schuilde zij, haar man en hun jonge kinderen in een kerk. Ze zijn allemaal gedood. En het geweld stopt gewoon niet.”

Sinds het klappen van de wapenstilstand, op 18 maart, zijn meer dan duizend mensen in Gaza gedood. Op 23 maart kwamen 15 medische en noodhulpverleners tijdens de beschieting van een hulpkonvooi in Rafah. “Na die aanvallen hebben wij onze medische unit bij Rafah moeten sluiten”, zegt Asfar.

Ondanks alles blijven Caritas teams en de mensen van het ALPC hulp verlenen. Hun toewijding lijkt onbreekbaar. “Tijdens de paar weken wapenstilstand vroeg ik mijn mensen toch vooral even gas terug te nemen. Maar ze wilden niet rusten. ‘We moeten doorgaan, anderen dienen, lijden verzachten’, zo zeiden ze.”

Elke vorm van steun helpt

Er is maar één manier om nog meer lijden te voorkomen: stoppen met bommen gooien op mannen, vrouwen en kinderen die geen kant op kunnen.

En er is maar één antwoord op het lijden dat er is: helpen. Medemenselijkheid tonen, in woord en daad. Afgezet tegen wat er in Gaza gebeurt, schiet alle hulp te kort. Maar elke daad van steun is ook van onschatbare waarde.

Want wat in Gaza gebeurt heeft alles weg van een genocide. En een wereld die dat laat gebeuren is moreel failliet.

Samen kunnen we wel degelijk een verschil maken. Daarin schuilt ook de waarde van de samenwerking tussen Cordaid, Caritas Jerusalem, Ma’an Development Centre en DCA/NCA — mogelijk gemaakt door de vrijgevigheid van Nederlandse particuliere Giro555-donateurs.

Ma’an Development Centre en Caritas Jerusalem doen in Gaza veel meer dan de hulp waar we met Giroo555 aan bijdragen. Meer daarover lees je op hun website.

Al 210.000 mensen ontvangen onze maandelijkse nieuwsbrief

Blijf ook op de hoogte van onze projecten en geniet van inspirerende verhalen van de mensen met wie we werken.