Vrouwen in Burkina Faso combineren tuinbouw en visteelt
Met steun van Cordaid maken honderden vrouwen in Burkina Faso (West-Afrika) slim gebruik van visteeltwater. Ze herbruiken het voor de kweek van groenten en fruit. Een win-win-win-situatie: het is goed voor het klimaat, zorgt voor meer inkomen én minder ongelijkheid tussen vrouw en man.
In Burkina Faso zijn vrouwen, zoals op heel veel plekken in de wereld, de motor van de samenleving. Toch kunnen zij niet volwaardig participeren in de samenleving waar ze zoveel aan bijdragen. De kleinschalige landbouw is daar een voorbeeld van. Die draait voor een groot deel op de inzet van vrouwen, maar slechts een kleine minderheid van hen (8%) is eigenaar van een stuk land.
‘Kleine’ boerinnen, groots werk
Termen als ‘kleinschalige landbouw’ of ‘kleine boeren’ kunnen de indruk wekken dat het gaat om werk dat niet zo belangrijk is. Het tegendeel is waar. In landen die niet sterk geïndustrialiseerd zijn, zoals Burkina Faso, is dit de meest voorkomende vorm van landbouw. Daarmee is het, in zijn totaliteit, een sector van groot belang. De enige sector die het land tot in de verste uithoeken van voedsel probeert te voorzien. En het grootste deel van de bevolking van een inkomen voorziet. In de strijd tegen honger en voedselonzekerheid, lopen deze zogenaamde ‘kleine’ boerinnen en boeren groots voorop.
Barrières voor vrouwelijke ondernemers
- Beperkte toegang tot land: vrouwen worden uitgesloten van erfrecht, en omdat onderhandelingen over landeigendom zijn traditioneel een mannenzaak.
- Dubbele of driedubbele last: werk op het land, zorg voor de dieren en de zorgtaak thuis voor kinderen (en ouders).
- Financiering is bijna onmogelijk: het krijgen van startkapitaal voor een eigen zaak of middelen om uit te breiden, is bijna onmogelijk. Banken eisen een onderpand, wat vrouwen vaak niet kunnen bieden.
Een economie die zulke barrières opwerpt voor vrouwen is niet alleen onrechtvaardig, maar laat ook een enorm potentieel aan inzet en ondernemerstalent onbenut.
Dit doet Cordaid:
In het werk dat Cordaid doet om voedselsystemen en waardeketens eerlijker en klimaatbestendiger te maken, speelt de positieversterking van vrouwen en ook jongeren (ook een groep die structureel wordt achtergesteld) een grote rol. Eén van de 20 plekken op de wereld waar we dat doen, zijn de regio’s Hauts-Bassins en Plateau Central in Burkina Faso. Een team van nog geen tien professionals (agronomen, viskwekers en trainers in financieel management) traint en begeleidt er zo’n 1.400 vrouwelijke tuinbouwers om hun werk op een even slimme als milieubewuste manier uit te breiden.
Combinatie tuinbouw en visteelt
Issaka Tingri, die het project coördineert, legt uit: “De tuinbouw is seizoensgebonden, waardoor inkomsten een deel van het jaar ongewis zijn. Bovendien is er door klimaatverandering steeds vaker teveel of te weinig regen, wat het agrarische werk sterk bemoeilijkt. Door tuinbouw te koppelen aan visteelt, slaan de vrouwelijke ondernemers meerdere vliegen in één klap. De vraag naar vis, en met name meerval, is het jaar rond erg groot, waardoor ze goed en met regelmaat kunnen verdienen. Bovendien kunnen ze het water uit kweekvijvers heel goed hergebruiken in moestuinen en op andere landbouwgrond. Dat water moet namelijk regelmatig ververst worden voor de viskweek. Dat water is ontzettend rijk aan nutriënten en daarmee uitstekend geschikt als bevloeiing en biologische compost in de tuinbouw. Het zorgt voor een betere oogst van de tuinbouwgewassen.”
Training, materiaal en begeleiding
Het Cordaid- team begeleidt de boerinnen op allerlei manieren om hun eigen viskwekerij op te zetten: via groepstrainingen, subsidies voor materiaal én met één-op-één begeleiding. Die begeleiding richt zich op alle stappen van het proces: van de aanleg van de vijver en het kopen van kwaliteitsvoer, tot het kweken, conserveren, opslaan en vermarkten van de vis. Met de verwerkings- en conserveringsapparatuur die de vrouwen kunnen aanschaffen dankzij het project, kunnen ze zich met kwaliteitsvis onderscheiden op de markt.
Kennisoverdracht en financiële onafhankelijkheid
Het financiële deel van het project omvat veel meer dan het verstrekken van subsidie. “Dat is maar één deel”, aldus Issaka. “We adviseren Ze leren van ons hoe ze hun bedrijfsvoering en financieel management kunnen verbeteren. En we steunen ze bij het opzetten van spaar- en kredietcoöperaties. Die coöperaties koppelen we aan microfinancieringsorganisaties, die de deelnemers in staat stellen om verder te investeren in hun eigen bedrijf. Zo vergroten de vrouwelijke ondernemers hun financiële onafhankelijkheid.”
Het moeilijkste aan de viskweek is dat het constante aandacht vergt, vindt Issaka: “Voeren, meten, scheppen en overhevelen naar andere bassins, verschonen… Je bent altijd bezig en het vergt echt toewijding. Ook dát is iets wat sterk terugkomt in de trainingen.”
Geleerd van eerdere viskweekprojecten
Dit project bouwt voort op een viskweekprojecten in Mali en Burkina Faso die al langer lopen, met groepen ondernemers die voornamelijk uit mannen bestaat. “Daar hebben we veel van geleerd. Ook de netwerken en samenwerkingsverbanden van dat werk, zoals die met het Burkinese ministerie van Landbouw, komen goed van pas in dit project met vrouwelijke ondernemers.”
Viskweker Lizeta vertelt over haar ervaring
Eén van de 1400 vrouwen is Lizeta Ouedraogo, moeder van drie kinderen en sinds kort succesvol viskweker, in het noorden van het land.
“Eerder hield ik ook pluimvee, maar door deelname aan dit project ben ik me meer gaan toeleggen op visteelt”, licht Lizeta toe. “Alles wat ik leer deel ik met anderen. Tijdens mijn trainingen leer ik anderen om visteelt te combineren met hydroponische of bodemloze teelt van gewassen. Dat levert, naast de omzet van mijn eigen visteeltbedrijf, ook extra inkomsten op.”
Lizeta maakt inmiddels naam met haar succesvolle trainingen. “De groep deelnemers van de volgende training is een stuk groter. En ze kunnen allemaal, naast oefenen met visteelt, ook meteen met bodemloos tuinieren aan de slag in de drie hydroponische bakken die door het project zijn gefinancierd.”
Zelf werd Lizeta in korte tijd een deskundige in het visteeltvak. “Dat is vooral dankzij de constante begeleiding die ik kreeg. Bij vragen of moeilijkheden kon ik op elk moment bij de trainers terecht. En dat kan ik nog steeds trouwens.”
“Dit project opent deuren voor vrouwen die anders vaak gesloten blijven”, zegt Issaka samenvattend. “Het zorgt voor financiële inclusie en zelfstandigheid. Het vergoot de toegang tot lokale markten die anders vaak gesloten blijven, onder andere omdat productiemiddelen voor veel vrouwen te duur zijn. En vrouwen eigenen zich de technische, praktische en financiële kennis toe die hen vaak wordt ontzegt. Zo versterken ze hun positie, verbeteren de levenstandaard van hun gezin en gemeenschap, en ze dragen bij aan de ontwikkeling en voedselzekerheid van een land.”
“Mooier kan toch niet?”
Dat er zonder extra kosten een economisch-ecologische dubbelslag wordt geslagen, vindt Issaka het mooiste aspect. “Wat dit project uniek maakt is dat hetzelfde water twee voedselsystemen en economische waardeketens tegelijk voedt, tuinbouw en visteelt. Het water wordt hergebruikt, verdwijnt in de grond en keert later weer terug als regen of grondwater om hetzelfde te doen. En bovendien is het water een bedrijfsbasis voor veertienhonderd vrouwelijke ondernemers. Mooier kan toch niet?”
Help vrouwen in Burkina Faso tuinbouw en visteelt combineren
Met jouw donatie help je vrouwen in Burkina Faso om visteelt te koppelen aan tuinbouw. Dat scheelt massa’s water, het is een klimaatbestendige manier van ondernemen en het vergroot hun inkomen. En omdat het de positie van vrouwen versterkt, versterkt het ook de samenleving.